Compenseren betekent vergoeden of goedmaken, bijvoorbeeld in de vorm van een belansdag. Als je een dag wat meer hebt gegeten vanwege een feestje, dan eet je de dag erna wat minder om de overvloed aan
calorieën te compenseren.
Als je compenseert, grijp je in als het nodig is. Soms eet je nu eenmaal (onbedoeld) wat meer, dan is het daarna nodig wat vaker nee te zeggen. Het is niet voor iedereen geschikt, maar heb je een gezonde relatie met eten ontwikkeld, dan is compenseren een handige vaardigheid. Je zal hierbij zelf de
regie in handen moeten nemen en de dag na een overvloed aan calorieën een dag inplannen met minder.
Vooraf of achteraf compenseren
Bekijk voordat je gaat compenseren eerst of dit wel nodig is. Wanneer het een klein incident is, kan je ervoor kiezen om het los te laten en gewoon weer je dagelijkse eetpatroon op te pakken. Mocht het toch niet helemaal lekker zitten, kan je ervoor kiezen om extra te sporten of bijvoorbeeld die dag een tussendoortje minder te eten.
Nog handiger is natuurlijk wanneer je dit van te voren inplant. Als je weet dat je een verjaardag gaat krijgen van het weekend, kan je een aantal uurtjes meer naar de sportschool. Op die manier haal je het schuldgevoel van het moment weg, omdat je weet dat je al hebt gecompenseerd. Zo kan je extra genieten.
In de praktijk werkt vooraf compenseren veel beter dan achteraf. Achteraf voelt te vaak nog als straf (ik moet boete doen) en werkt bij sommige mensen
eetbuien in de hand. Je schiet dan bijvoorbeeld door in alles-of-niets eten.