Coaching is het op een gelijkwaardig niveau een coachee ondersteunen bij het behalen van zijn/haar zelfgekozen doelen. Het woord gelijkwaardig is daarbij heel belangrijk. Het volgt uit het gegeven dat je als volwassene zelf verantwoordelijk bent voor je eigen leven en keuzes. Een coach kan je bijvoorbeeld helpen bij loopbaankeuzes, stressklachten of gedragsverandering. Het doel van coaching is echter niet genezen en je hoeft niet iets te mankeren om je te laten coachen. Je kan in een groep of één-op-één gecoacht worden. Degene die begeleid wordt, ook wel coachee genoemd, leert en de coach overziet en begeleidt dit leerproces.
Belangrijk bij coaching is dat de coach aansluit bij degene die gecoacht wordt. Denk hierbij aan dezelfde normen en waarden of dat de kennis van de coach aansluit bij wat de coachee wil leren. De coach kan bijvoorbeeld ook de situatie zelf hebben meegemaakt, waardoor de coaching inhoudelijk wordt. Coaching heeft eigenlijk altijd een preventieve werking.
Deze vier coachingsstijlen worden het meest toegepast:
- Socratisch coachen: vragen stellen die dwingen tot nadenken over het eigen gedrag
- Provocatief coachen: stevig corrigeren, dit kan echter ook leiden tot conflicten tussen coach en coachee.
- Oplossingsgericht coachen: motivational interviewing, focus op het positieve, wat gaat goed en wat werkt wel.
- Prestatiegericht coachen: focus op het resultaat en stel daar bepaalde beloningen aan.